De moerasspirea en de danseres
Vandaag was een bijzondere dag. De heks zou ’s avonds naar een balletvoorstelling gaan, niet zomaar een voorstelling, maar een voorstelling in de open plek in het bos, ondanks dat het winter was en licht sneeuwde. Ze hield zelf veel van dansen maar dat zag er altijd heel houterig uit. En ballet….ja….daar zweef en vlieg je….zooooo gracieus! De heks zou wel willen dat ze zo kon dansen maar ja, dat is niet voor iedereen weggelegd en de heks heeft andere kwaliteiten.
Ze maakte zich klaar voor vertrek, ze deed haar wollen jas aan en haar wollen kraag om en stapte op haar fiets naar het bos. Toen ze daar aankwam was het pad naar de open plek prachtig verlicht met allemaal hele kleine lichtjes, het leken wel vuurvliegjes. Ook de deken van witte sneeuw gaf prachtig licht, evenals de volle maan die helder stond te stralen boven de open plek, het leek wel een sprookje! Het was al best wel druk. De heks liep het pad af, op zoek naar een mooi plekje.
De muziek begon zachtjes en de danseres kwam op. De danseres had vleugels op haar rug, beetje doorzichtig en ze had een prachtig ijsblauw pakje aan en een rokje van ijsblauwe tule om zich heen.
Ook stond er een vrouw met een engelachtig gewaad en prachtige gouden haren. De vrouw begon te zingen……en wauw….de heks kreeg helemaal kippenvel! Het was net een engel die zong. De danseres begon te dansen. De heks genoot en begon te wiebelen op haar stoel. Wat wilde zij ook graag zo dansen!! De danseres zweefde sierlijk als een waterjuffer door de lucht. Wat genoot de heks daarvan! Het leek ook net of de zingende engel mee danste met haar woorden en zang.
En ineens……boem……En toen was het stil…..heeeeeel stil…….Iedereen riep ooooooooooooo!!!!!! De danseres lag op de grond. Ze was uit de lucht gevallen, zo in de sneeuw. De heks schrok zich ook een hoedje!!!! Ze liep gelijk naar de danseres. “Oooooooo…….mijn rug!!!!” riep de danseres huilend. “Ik weet niet wat er gebeurde, maar ineens viel ik”. “Kom maar met mij mee”, zei de heks. “waarschijnlijk ben je bevangen door de kou in die kleding, je hebt nu warmte nodig”. Gelukkig had de heks een vriendin die in dat bos woonde. Daar liep ze met de danseres naar toe. Haar vriendin had altijd een vuur branden voor de warmte in haar huisje. De heks liet de danseres bij het vuur zitten om zich weer op te kunnen warmen. Ze gooiden er nog wat extra hout op en de vlammen dansten en gaven veel warmte. “Ik ben zo weer terug” , zei de heks. Ik ga even wat voor je halen”.
Het was inmiddels weer begonnen met sneeuwen. De heks trok haar hoed over haar oren, deed haar kraag nog hoger en liep zo snel ze kon naar haar huisje om de spulletjes op te halen die ze nodig had. Gelukkig had ze een goede voorraad gemaakt van de moerasspirea. Die had het afgelopen jaar volop gebloeid omdat het zo veel had geregend.
Moerasspirea groeit altijd aan de waterkanten en de randen van de sloten stonden er vol mee. Moerasspirea zijn die grote witte halmen die altijd dansen in de wind. Moerasspirea bevat sallicylzuur en is een goede pijnstiller. Het is een echte waterplant. Water zorgt voor stroming en beweging. Alles wat vast zit kan door de moerasspirea weer in beweging komen. Het water mag weer gaan stromen. Ook in het ruggenmerg zit het water om voedingsstoffen en afvalstoffen aan- en af te voeren. Het werkt ook goed op de spieren en gewrichten en de onderrug bevat een belangrijke spier, de psoas heet die. Die kan ook “droog” komen te staan wat enorme rugklachten kan geven. Het is de spier waar emotie op vast blijft zitten, de spier van de Ziel. De heks had voor ze vertrok even met de danseres gepraat waardoor ze gelijk aan de moerasspirea dacht. Ook had ze nog wat heermoes die ze ook voor de rug kon gebruiken. Ze pakte haar tincturen en oliën, een wolbal (Woolie) en een wikkel met veel verse wol en liep zo snel als ze kon weer terug naar het huisje van haar vriendin.
De danseres was intussen al lekker warm geworden door het dansende vuur. De heks warmde haar handen even op, vroeg of de danseres haar truitje omhoog kon doen en begon haar rug zachtjes te masseren. Eerst met de Woolie en daarna met haar handen en de heerlijke opgewarmde olie van de moerasspirea en de heermoes. Ondertussen maakte ze een compres warm met moerasspirea tinctuur bij het vuur. Na de massage voelde de danseres al verlichting en kon ze zich al wat meer bewegen. “Nu goed warm houden”, zei de heks. Ze liet de danseres staan, pakte het moerasspireacompres en deed die op de zere plekken op haar rug en deels op de spier (de psoas). Ze pakte de wikkel om haar vervolgens in te wikkelen. Lekker stevig en warm. “Nu lekker rusten”, zei de heks. Blijf hier maar slapen bij het warme vuur. Zo gezegd zo gedaan. De heks ging weer naar haar eigen huisje. De danseres was in goede handen bij haar vriendin.
De volgende dag ging de heks weer terug. Het ging al een stuk beter met de danseres. Ze stuurde de danseres naar huis en gaf haar uitleg mee hoe ze het compres met moerasspirea en heermoes met de wikkel thuis dagelijks even moest gebruiken.
De lente was inmiddels begonnen. De zon straalde, de bloesems van de bomen bloeiden uitbundig. De winter was nu echt voorbij. Plop…..daar viel de krant op de deurmat. De heks pakte de krant en haar oog viel gelijk op een aankondiging. De danseres was helemaal hersteld en kon weer optreden. Het optreden heette: De lente ontwaakt.